De nationale tuinvogeltelling vindt jaarlijks plaats in januari. De Vogelbescherming Nederland roept Nederlanders op om op één van de drie dagen in januari een half uurtje de vogels in de Nederlandse tuinen te tellen. De een doet al jaren mee. Voor een ander wordt het misschien de eerste keer. Een ding is zeker, deze editie zijn we massaal thuis en hebben we alle tijd.

Hoe het werkt
De Nationale Tuinvogeltelling vindt het komende jaar plaats in het weekend van 29 tot en met 31 januari 2021. In dit weekend telt u één keer een half uur de vogels in de tuin of op het balkon. Vogels die alleen overvliegen tellen niet mee in de telling. Noteer van iedere soort het hoogste aantal geziene vogels, maar tel deze aantallen niet bij elkaar op. Zo wordt dubbel tellen zoveel mogelijk voorkomen. De aantallen stuurt u heel makkelijk digitaal in.

Voorbeeld: u telt op zaterdag 30 januari 6 mussen, 2 koolmeesjes en vervolgens nog 2 mussen, dan noteert u 6 mussen totaal (dus niet 8).

Alles in huis voor een succesvolle vogeltelling
Natuurlijk is het extra leuk als u of uw klant veel vogels spot tijdens de vogeltelling. En tellen samen met de kinderen wordt zo helemaal leuk. Een goede voorbereiding is dan het halve werk. Maak de tuin extra aantrekkelijk met voederplaatsen met strooivoer, vetbollen in en rond de tuin of pindakaas(huisjes).

Maak het uw klant extra makkelijk met kant-en-klare voederpakketten of complete decoratieve voedertafels. Zo maakt iedereen en binnen no-time een feestje van in de tuin.

Behalve voeding is water ook belangrijk. Ook tijdens de wintermaanden. Denk hierbij aan vogelbadjes en drinkbakjes. Ze trekken niet alleen vogels naar de tuin, maar staan ook nog eens erg mooi.

Nog makkelijker spotten
Sommige tuinvogels zijn klein en niet altijd goed te zien, zeker in een grote tuin. Een verrekijker mag daarom niet ontbreken tijdens de telling. En zeg nou zelf, dat maakt het voor de kleine tellers ook nog eens heel avontuurlijk.